21 mei 2024

Hoe kies je als trainer de juiste management-theorie?

Mediajournalist

Bas Hakker

Al vrij lang maak ik verhalen voor Managementboek, het is een heel genre boeken waarin je dus kan leren over hoe je het managen van een groep mensen een beetje handig aanpakt. Als er ergens een nieuwe trainer aan de slag gaat of je ziet een bestaande trainer rommelen in de media dan schiet nog wel eens de vraag door mijn hoofd: aan welke managementboek zou die persoon iets hebben? Hoe maak je de keuze voor een bepaald managementboek? Je kunt zo’n keuze baseren op vier criteria:

Screenshot
  1. Bewezen principes
    Wat je leert van het regelmatig lezen van managementboeken, in mijn geval vooral over marketing, is dat je steeds dezelfde theorietjes tegenkomt. Het scheelt mij altijd een heleboel leestijd als er weer iets voorbijkomt van Daniel Kahneman (systeem 1 en 2), how brands grow van Byron Sharp (veel reclame maken) of Philip Kotler (dat is de beste, maar hij is uit de mode). Ik zie een beetje saaie en uitgekauwde theorie als iets positiefs want het betekent dat succes (dat is toch de inzet van een managementboek) vaak iets te maken heeft met het consistent doorvoeren van bewezen principes.
  2. Erin geloven
    Als je veel managementboeken leest over marketing (en ik bedoel echt veel) dan kom je soms de zin tegen: het maakt niet zoveel kiest welke theorie je kiest, als je maar iets kiest. Waar iedereen het wel zo’n beetje over eens is, is dat het slechtste wat je kan doen als trainer onduidelijkheid is. Zo’n theorie geeft duidelijkheid en een helder doel en als iedereen dan een beetje dezelfde kant op beweegt dan is dat goed natuurlijk. Bovendien komen ze altijd wel een beetje op hetzelfde neer: kies voor een bepaald doel, bedenk een strategie om voor dat doel te gaan en zorg dat je de strategie volhoudt.
  3. Testen, testen, testen
    Laatst vertelde iemand mij dat testen het geheim was van het succes van zijn bedrijf. Als er ergens een inzicht was of een idee dan gingen ze dat testen en als het werkte dan voerden ze dat daarna op grote schaal in. Er werd bijvoorbeeld ontdekt dat als klanten eenmaal een exemplaar van het product in huis hadden dat de andere gezinsleden er ook eentje wilden hebben. Daar kan je natuurlijk op inspelen door een campagne te bedenken die daarbij aansluit. Zo werkt dat ook met managementtheorietjes natuurlijk. Ronald Koeman hanteerde ooit bij AZ een hele losse strategie waarbij hij veel verantwoordelijkheid gaf aan spelers. Werkte voor geen meter.
  4. Logisch nadenken
    Afgelopen weekend zat ik met mijn oude vrienden te eten (toptentje in Amsterdam Osdorp: Turks) en toen hadden we het over die klassieke marketingtheorie dat je altijd een oplossing voor een probleem moet bieden aan klanten en niet de methode erbij moet vertellen (dat met die gaten en de boor). Mijn oude vriend leest echt geen honderd managementboeken per week, maar hij weet gewoon uit ervaring dat dit prima werkt als hij uitlegt aan nieuwe klanten hoe ze werken. Hij kan het ook goed uitleggen, namelijk door te zeggen dat als je een auto koopt je ook niet vraagt naar de manier waarop de motor werkt.

Conclusie
Wat helpt is dat je een hoogleraar of professor gebruikt die een boek schreef want die bouwen meestal niet op drijfzand. Pak bijvoorbeeld Justin Jansen van de Erasmus Universiteit die onderzoek deed naar groei van bedrijven en daaruit de wetmatigheden haalde voor zijn boek ‘Naar een gezond groeibedrijf’. Hij bedacht vijf stappen en die kan je prima hanteren als trainer: ontdekt het groeiveld (1), ontdek de groeiformule (2), verken het groeiverhaal (3), ontwikkel groeivaardigheden (4) en versterk de groeimotor (5). Waar het op neerkomt? Bedenk iets waardoor jouw team het verschil kan maken, vertel dat verhaal in de groep, ga vervolgens lekker trainen aan die vaardigheden, pak wat prijzen en zorg dat die principes niet meer uit de ploeg gaan.

Een beetje zoals Peter Bosz en Arne Slot deden dus.    

Ook kenner worden van sport, media en marketing?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.