In de Verenigde Staten vinden ze altijd wel iets uit dat later logisch blijkt. Neem de NFL en hun media bootcamps. Drie dagen lang worden spelers daar getraind in het vak van presentator, analist en podcasthost. Klinkt misschien overdreven, maar het werkt.
Vanity Fair schreef erover en er stond een heerlijk voorbeeld in: een speler gebruikte tijdens zijn eerste analyse het woord ‘great’ in bijna elke zin. De begeleider zei droog: ‘Ja, maar wat zeg je dan als er écht iets gebeurt?’ Daar zit de kern: je moet spelers soms gewoon even de spiegel voorhouden.

Hoe zou dat werken in Nederland?
We bespraken het in de podcast en kwamen tot de conclusie: waarom niet in de Eredivisie? Het zou zoveel opleveren.
- Spelers leren de basics
Iedereen die ooit een postmatch-interview heeft gekeken, weet hoe ongemakkelijk het kan zijn. De voetballer staat daar, nog nahijgend, en weet nauwelijks meer uit te brengen dan: ‘ja, zware pot’. Met een beetje mediatraining kun je dat optrekken naar iets dat mensen wél willen horen. - Zenders spotten talent
Niet iedereen hoeft de nieuwe Kenneth Perez of Rafael van der Vaart te worden, maar het zou handig zijn om vroeg te zien wie het kan. Nu werd iemand als Van der Sar opeens voor een camera gezet en dan blijkt dat praten niet zijn grootste kwaliteit is. Had je met een bootcamp misschien eerder door gehad. - Eigen media beter gebruiken
Veel spelers beginnen tegenwoordig een podcast of TikTok-kanaal. Soms leuk, vaak rommelig. Als je een beetje begrijpt hoe media werken – wanneer je stil moet zijn, wanneer je juist kleur moet geven – dan vergroot je je bereik enorm. En je kunt het publiek net iets meer geven dan een selfie in de kleedkamer.
Waarom dit geen luxe is
Mediatraining wordt vaak weggezet als een leuk extraatje, maar eigenlijk is het broodnodig. Een speler die goed met media omgaat, helpt zichzelf, zijn club én de zender. Fans krijgen betere verhalen en de sport wordt rijker.
En laten we eerlijk zijn: we willen toch allemaal een beetje vermaakt worden na die 90 minuten? Het is prima dat een speler zegt dat het zwaar was, maar we smachten naar iemand die ook durft te vertellen wat er echt gebeurde. Wat er in zijn hoofd omging bij die gemiste kans. Of hoe het voelt om tegenover Feyenoord in een kolkend stadion te staan.
Conclusie
Een media bootcamp is geen raar Amerikaans idee, maar een investering die zich in Nederland dubbel en dwars terugbetaalt. Spelers leren praten, zenders krijgen nieuw talent, en wij als kijkers krijgen eindelijk meer dan een verzameling clichés. Misschien moeten we niet wachten tot de KNVB ermee komt, maar gewoon beginnen. Want geloof me: de eerste speler die na een wedstrijd iets zegt waar je écht om moet lachen of van moet slikken, die staat meteen bovenaan bij de fans.