Toen het rapport van de commissie Van Rijn uitkwam, waren wij benieuwd: hoe zouden de klassieke media dit oppakken? Jos begin direct met het lezen van het rapport en had goede hoop dat er een brede discussie op gang zou komen.
Aanpak prima
Hoopgevend was namelijk de aanpak van het rapport: geen kansloze zoektocht naar namen zoals je vaak ziet in de verhalen van kwaliteitsmedia, maar een onderzoek naar een cultuur waar de basis helemaal verkeerd is. Als podcast van de antwoorden hoopten wij dat de aanbevelingen van het rapport opgepakt zouden worden om Het Mediapark anders te structureren en de kern was: minder macht aan mensen zonder verantwoordelijkheid.
Bedrijfsleven
Want dáár was het misgegaan natuurlijk; teveel macht naar mensen zonder ervaring die niet gecontroleerd worden. Om dat in de toekomst anders te doen kun je gewoon kijken naar hoe andere bedrijven dat doen. Bij Heineken, DSM, Unilever is het allemaal overzichtelijk georganiseerd: je komt binnen omdat je de goede werkervaring en diploma’s hebt en daarna ga je langzaam groeien. Eerst werk je mee aan het maken van het bier, daarna ga je een nieuw merk lanceren, vervolgens regel je de afdeling marketing en dan kom je in de directie. Terwijl je gewoon jouw werk doet, ontdek je in de praktijk en tijdens wat cursussen of je leidinggevende capaciteiten hebt. Door je ervaring blijf je groeien en soms stap je over naar een ander bedrijf om dat groeiproces een beetje te versnellen: als je tien mensen kan managen mag je er drie jaar later 100 aansturen en nog vier jaar later krijg je de verantwoordelijkheid over 1000 mensen.
Anders
Op die manier groeien jouw verantwoordelijkheden rustig mee met de capaciteiten die je hebt, maar in de mediawereld gaat dat anders. Daar krijgen mannetjes en vrouwtjes die uitblinken in iets kleins, namelijk een programma aan elkaar praten, veel informele verantwoordelijkheid terwijl die verantwoordelijkheid niet gelijkloopt met hun capaciteiten. Dat je immers ‘goedenavond’ kan zeggen en een paar vragen kunt stellen aan een talkshowtafeltje wil niet zeggen dat je een groep mensen kan aansturen. Het zijn twee vaardigheden die niets met elkaar te maken hebben. Als je kan voetballen, ben je niet de ideale persoon om een land uit een crisis te leiden. Of zoals een kok zei in een Engelse talkshow: als mijn schoonmoeder wielen had, was ze een fiets.
Media zouden wat meer als een familiebedrijf moeten functioneren om de aanval van Meta en Alphabet te weerstaan. Als eerste zou je dan de structuur moeten veranderen: gooi dat ouderwetse systeem met omroepen overboord en lanceer een normale organisatiestructuur met een goede directie, RvC en merken in de vorm van tv-programma’s. Geef de mensen die er werken normale arbeidscontracten en bouw dus aan die programma’s alsof het nieuwe biertjes zijn. Ondertussen laat je de medewerkers gewoon zoals bij Unilever leren, geef ze promotie als het goed gaat en zo werk je aan de lange termijn. Presentatoren geef je ondertussen normale salarissen want het feit dat ze op tv komen, maakt niet het verschil, maar dat doet het programma. Je koopt toch ook geen biertje omdat de makers zo goed zijn?
Die gesprekken hadden we graag gehoord aan de talkshowtafels, maar ze bleven allemaal uit (hoewel de aanpak van Coen Verbraak goed was). Het zegt ons dat er vooralsnog niks verandert, namelijk in de media gaat het alleen om de poppetjes en niet om de inhoud.
Het was juist die manier van denken waar het rapport iets aan wilde veranderen.