We zitten in het zonnetje te kijken naar het korfbalpotje van mijn zoon. Achter ons verzamelen zich een stuk of tien mannen en vrouwen die praten over het leven met een biertje in hun hand. Zo gaat dat: kinderen, werk, iets wat Frans Timmermans heeft gezegd, de normale dingen. Een van de mannen kan echter niet ophouden over de wedstrijd die zij daarvoor speelden. Hij blijft maar doorgaan over de inschuivende backs, kantelende middenvelders en looplijnen van de korfbalwereld.
Mijn jongste zoon en ik kijken elkaar lachend aan. Mijn hart maakt een sprongetje want hij heeft het ook gehoord. Zeker een minuut of 20 praat die man over saaie tactische dingen, maar wat ons opvalt, is dat zijn publiek niet afhaakt. Als wij vroeger in de voetbalkantine zo’n verhaal zouden ophangen, had iemand na tien minuutjes gezegd: ga je lekker Fransie Hoek? Of ze gooien een glas bier over je hoofd en slaan je daarna op je bek. Zo niet in de korfbalwereld want dat zijn natuurlijk aardige, beschaafde mensen.
Ik vertel het verhaal over ‘De Prof’. Hij probeerde ons vroeger een beetje uit te leggen hoe je een vrije trap moest schieten. Dan legde hij de training stil en begon over een standbeen ernaast zetten en met de binnenkant trappen. Dat zouden wij prima kunnen hebben als Beckham een dagje Voorschoten deed om in schoenenwinkel ’t Centrum een setje nieuwe stappers voor Victoria te kopen en tussendoor even zijn trap bijpunt, maar we hebben het hier over een gast die af en toe invalt in het tweede….van een vierdeklasser. In de dertig jaar erna dat ik met mijn vrienden ergens een biertje haal is het genoeg als iemand ‘de prof’ zegt om dat oude verhaal naar boven te halen. We hebben allemaal wel tien nieuwe verhalen van ‘de profs’ die je tegenkomt op werk, de tennisclub en het schoolplein. Er zijn veel profs.
Een week later zitten we weer op de tribune en halverwege het potje van mijn zoon gaan de ploegen van de wedstrijd erop even inspelen. Ik zit een beetje mee te bewegen met de harde muziek als mijn jongste me aantikt.
‘Kijk pap, daar loopt De Prof. Hij zit in het derde’.
