30 jan 2024

Sjoerd, Martijn, Kenneth en Vallentijn zijn influencers (ook al haten ze dat woord)

Mediajournalist

Bas Hakker


In de Volkskrant stond een aardig interview met de hoofdredacteur van The New Yorker: David Remnick (dat lees ik altijd namelijk). Hij heeft de groten der aarde in zijn iPhone staan, maar het wordt steeds lastiger om die mensen te spreken. Remnick zei dat mensen zoals Messi een hele muur van PR-mensen om zich heen bouwen en dat Messi eigenlijk geen belang heeft bij een goed interview. Als hij iets te melden heeft (lijkt ons sterk, zou Jos zeggen) dan regelt hij wel een ghostwriter of hij vertelt het gewoon aan zijn miljoenen volgers.

Andere manier
Het feit dat de grote (sport-)sterren moeilijk te bereiken zijn voor de journalistiek, dwingt ons om op een andere manier over journalistiek na te denken. Als clubs, bonden en sporters zelf direct met hun publiek praten waar zit dan nog onze meerwaarde? Van oudsher betaal je als kijker of lezer immers ook een journalist zodat hij of zij jouw favoriete sporters of club spreekt. Wat geef je aan mensen voor reden om te kijken, lezen of luisteren?

Peter Faber
Toevallig sprak ik voor iets afgelopen week de 81-jarige acteur Peter Faber en we hadden het erover dat er minder rollen zijn voor oudere acteurs. Hij had daar wel een aardige oplossing voor en dat had niets met een marketingstrategie te maken dus hij ging zichzelf ook niet de dag promoten. Het gaat erom dat iedereen iets bijzonders kan wat andere mensen aanspreekt: een bepaalde kwaliteit of een combinatie van kwaliteiten en daar liggen jouw mogelijkheden. Hij noemde dat ‘Faberachtig’ en dat leverde hem werk op als acteur, schilder en als verhalenverteller in een gevangenis. Het gaat erom dat je doet waar jouw meerwaarde zit en het verdienmodel volgt dan vanzelf.

Puluzzi en Galloway
Het lijkt een beetje op wat Joe Pulizzi altijd adviseert aan mensen die hun geld willen verdienen met content: een combinatie van wat je leuk vindt en waar jouw expertise ligt. Neem bijvoorbeeld: aandelenkoersen, marketingstrategieën en het financiële beleid van een overheid. Interessante onderwerpen, maar een beetje breed om alles te volgen via de kranten, podcasts en video’s. Daar speelt Professor Scott Galloway op in. Hij is professor marketing, kan goed praten en in zijn podcast vertelt hij op zijn manier verhalen over de aangehaalde onderwerpen. Soms heeft hij een interessante gast, dan houdt hij weer een monoloog van vijftien minuten over de macht van big tech en daarna heeft hij weer een onderonsje met zijn sidekick.

Zo zie ik ook de rol van de sportjournalist; je betaalt niet zozeer voor het nieuws of voor een quote van een speler, maar voor Martijn, Sjoerd, Mike, Vallentijn en Kenneth als ‘vriend’. Zij vertellen over hun avonturen in de sportwereld en dat doen ze op een manier waarop inhoud en entertainment samenvallen. Hun persoonlijkheid is eigenlijk de filter tussen jou en de sporter.

Het wordt nog veel meer de rol van een uitgever om die mannen te helpen bij het invullen van die rol. Sterker nog: een uitgever zou alleen maar moeten draaien om het faciliteren van die rol. Er moet altijd een cameraploeg, een podcastmaker of een social media maker paraat staan om de randvoorwaarden te regelen voor die mannen. Het worden de grote vooruitgeschoven posten van de uitgevers en daar mogen ze ook goed voor betaald worden.

Ook kenner worden van sport, media en marketing?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.