09 apr 2024

Met een betere ‘governance’ zouden wielrenners minder kwetsbaar worden

Mediajournalist

Bas Hakker

Thijs Zonneveld heeft misschien niet de sympathie aan zijn racebroek hangen, maar dat vind ik wel een hele goede wielrenduider. Jammer dat een talkshow zich niet leent voor een heel scherp inhoudelijk gesprek.

Het ging bij Op 1 over de valpartij in de Ronde van Baskenland en dan is er wel ruimte voor allerlei meningen, maar niet voor een inhoudelijk gesprek over de toekomst van de sport. Het punt van Zonneveld is namelijk dat de wielrenners kwetsbaar zijn door de manier waarop de sport is georganiseerd. Het gaat erom dat de sport enorm veel progressie heeft geboekt qua snelheid en materiaal; wielrenners knallen met grote snelheden de openbare weg op, maar er is niets gedaan om ze te beschermen. Sterker nog: op Netflix zie je heldhaftige beelden vanuit het peloton en de Baskische televisie laat het ongeluk zien waar doden hadden kunnen vallen met een muziekje eronder.

Raaaaar
Er is iets raars aan de hand: de gevaarlijke situatie zorgt voor veel kijkers langs de kant en via de televisie, maar er is niemand die op de rem trapt (zoals in de Formule 1 gebeurde, legt Thijs terecht uit) en dat heeft alles met macht te maken. Ik doe even een Jos-zin, maar dan snappen jullie wat ik bedoel: het wielrennen heeft namelijk een governance die ervoor zorgt dat ploegen en wielrenners weinig invloed hebben terwijl zij de grote helden zijn. Twee zaken zijn belangrijk:
1. De UCI, de FIFA van het wielrennen, zit volledig in de zak van de ASO, het familiebedrijf waar het geld wordt verdiend. Dat laatste bedrijf organiseert de grote Rondes en casht het geld via media- en sponsordeals;
2. Wielrenners krijgen alleen betaald van ploegen waar ze rijden en de enige inkomstenbron van ploegen is sponsoring. Je zou dus kunnen zeggen dat de wielrenners direct door de sponsors wordt betaald.

In het businessmodel van wielrennen zit dus de kwetsbaarheid dat (bijna) de enige verdienste bestaat uit het bedrag dat een sponsor betaalt aan de ploeg. Daardoor komt er extra druk op die wielrenners om dat terug te betalen door deelnames in wedstrijden. Dan rijden ze immers in beeld en kan de sponsor iets van het geïnvesteerde geld terugverdienen; daardoor wil iedereen bovendien altijd vooraan rijden want zo verdienen ze een contract voor volgend seizoen.

Er zit simpelweg teveel druk op het in beeld fietsen van wielrenners en dat zou je kunnen veranderen door de sport anders te organiseren. Er zou om te beginnen veel meer mediageld direct naar de ploegen moeten gaan rond de grote evenementen en misschien moet je ook wat geld vragen aan het grote publiek zoals Bas Tietema doet met de vaste volgers van de ploeg. Op die manier maak je de afhankelijkheid tussen sponsor en wielrenner minder groot en kunnen ze wat meer voor zichzelf opkomen.

Want nu lijkt het erop dat de show altijd door moet gaan terwijl de wielrenners wel wat meer macht mogen pakken. Je kunt zeiken op vakbonden, maar zij zorgen ervoor dat werkgevers meer gaan betalen als de kosten van levensonderhoud omhoog gaan. Zo’n collectief van wielrenners is sterker als er minder afhankelijkheid is van banken, retailers of fietsfabrikanten want dan zullen individuen eerder voor zichzelf kiezen. Misschien had Thijs dat willen vertellen bij Op1, maar er zaten de hele tijd mensen doorheen te schreeuwen.  

Screenshot

Ook kenner worden van sport, media en marketing?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.