Eerlijk is eerlijk: ik krijg soms een beetje jeuk van LinkedIn. Niet omdat het platform zelf nou zo erg is, maar vooral door de typische LinkedIn-berichten die elke week weer voorbij komen. Je kent ze wel: succesverhalen over fantastische samenwerkingen, jubelende managers die hun team bedanken en mensen die vooral heel trots zijn op hun eigen prestaties (en dat met de wereld willen delen).
Zo las ik laatst weer een bericht over een bank en sponsoring. Helemaal prima natuurlijk; die man was blij met het team én met de factuur die hij weer kon sturen voor het regelen van de sponsoractiviteiten. Niks mis mee, ik deel zelf ook wel eens een artikeltje waar mijn naam onder staat en ga niet lopen klagen over de hoofdredacteur. Maar dan komt er zo’n comment voorbij van een manager die het sponsorproject geregeld heeft. Die man – verantwoordelijk voor het binnenhalen van bedrijven – reageert: ‘Dat zijn toch heerlijke foto’s! Bank X was gewoon niet te missen, dichterbij dan ooit.’ Op dat soort momenten begint het bij mij een beetje te kriebelen.
Ik denk dat het vooral met cultuur te maken heeft, met waar je goed in bent als mens. Ooit werkte ik bij een sponsoringbureau, samen met een aardige collega met veel meer talent voor dat vak. Waar ik altijd een beetje moest grinniken om die blije reclametypes die elkaar non-stop op de schouder slaan, kon die collega daar wel in mee. Hij maakte er soms zelfs een geintje over, maar bleef altijd gefocust op het maken van deals. Hij bouwde een perfect netwerk op en zit inmiddels in de directie van een grote club. Ik tik met veel plezier stukjes en maak met evenveel toewijding en liefde een podcast terwijl hij sponsors binnenhaalt.
Het punt is: het ene is niet beter dan het andere, maar je moet wel een beetje bij jezelf blijven. Mijn oude collega maak je blij met een sponsordag van de businessclub, mij juist met een uurtje in de zon wandelen of een paar bladzijden lezen in een boek. Het verschil tussen commercie en journalistiek moet je gewoon lekker in stand houden, vaak zijn het andere mensen. Ik kan prima een commercieel klusje doen voor een overheid of bedrijf, maar je zult mij nooit de polonaise zien lopen voor zo’n opdrachtgever.
Toch komen die twee werelden wel eens samen. Jos bijvoorbeeld werkt voor grote bedrijven, maar is wat mij betreft de meest journalistieke reclameman ooit. Als hij enthousiast is over een merk, zegt hij dat gewoon en als hij even zijn mening moet inhouden, geeft hij dat ook eerlijk toe. Die openheid vind ik verfrissend.
Want totale onafhankelijkheid bestaat niet. Alhoewel: Johan Derksen komt er aardig bij in de buurt. In zijn nieuwe podcast hoor ik hem geregeld losgaan op alles en iedereen, zoals laatst op het idee van John de Mol om zijn zoon een talkshow te geven. Maar goed, Derksen is dan ook met pensioen en verandert toch niet meer. En ik? Ik ga niet los op de mensen waar ik elke maand een factuur naartoe stuur. Maar er is wel een verschil tussen kritisch zijn en gemaakte LinkedIn-blijdschap.
