Om de laatste trein van Leiden naar Houten te halen, moest ik tien minuten voor het einde van de wedstrijd tegen de Turken weg. Er was over nagedacht natuurlijk, die middag was ik naar de winkel gewandeld voor een nieuw setje oordopjes. In die vier kilometer van Valkenburg naar Leiden vertelden Jeroen Grueter en Arman Avsaroglu of Nederland de halve finale zou halen.
Het was natuurlijk 2-1 en toen ik bestudeerde hoe je ook alweer zo’n OV-fiets openmaakt, zei Arman geruststellend dat we de halve finale zouden halen. Maar ja, een paar minuten en twee kansen later kreeg hij op zijn kop van collega Grueter. Of Arman niet te veel op de zaken vooruit wil lopen want dat zou de boel wel eens onnodig onder druk kunnen zetten.
Saaie weg
Terwijl de wind mij over een lange saai weg richting Station Leiden blies, toonden de heren hun topvorm. Natuurlijk mopperen wij van Mediacircus wel eens op ze als ze weer eens ruzie maken, maar dit was puur vakmanschap. Ze zeiden gewoon wat er gebeurde, maar dan met heel veel emotie erin. Het ging vooral over de geweldige reddingen van de Oranjekeeper die achteraf iets minder heroïsch waren dan het leek. Ik was wel blij dat ik die laatste tellen op de radio hoorde want het is stukken minder stressvol dan op tv; rustig fietsend wachtte ik af wat Jeroen en Arman zagen, het lag buiten mijn invloedsfeer (niet dat ik als een soort Matthew Star de tv kan beïnvloeden, maar toch).
De vrolijkheid van Jeroen en Arman is aanstekelijk, ze versterken het optimisme van de avond ervoor. Een vriend werd 50 en de stemming was opperbest. Zo van: waarschijnlijk zijn we allemaal óver de helft, maar we hadden ‘r eigenlijk wel zin in de komende jaren. Hoe kan je dat het beste uitleggen? De basis is goed; we hebben allemaal leuk werk zonder teveel bemoeizuchtige bazen, leuke vrouwen, een centje in ons zak, de kinderen doen het goed en natuurlijk zijn er plannen om er nog een schepje bovenop te gooien. Geen kruiwagens vol, maar wat kleine dromen waar we rustig de tijd voor nemen.
Tikkie erbij
Een andere vriend zei het wel goed vandaag terwijl wij met een gin tonic in de hand het leven doornamen. Hij was langs geweest in een huis met allemaal demente mensen. ‘Bas, ik kwam thuis en ik heb een extra wijntje genomen. Hoe lang hebben we nog voordat we daar ook rondhangen met het kwijl in onze mondhoek? Nog een jaar of 25 toch? Laten we er nog iets extra’s van maken. Een tikkie erbij qua plezier.’
Terwijl Arman beschrijft hoe groot het heldendom van Bart Verbruggen is, denk ik terug aan die perfecte avond. We hadden een drankje, er was een tuin, een tv en eigenlijk alleen maar leuke mensen die zonder grootspraak hun verhalen vertelden. Even leuk als jaren terug, toen we bruine boterhammen met kaas en pindakaas aten tussen het voetballen door. Of hoe we moesten wachten op de Atari en een zwart scherm met twee groene strepen voor tennis moest doorgaan. Leuke jongens van the road. Misschien was dat wel de conclusie van die avond, aangewakkerd door het voetballen kijken en de positieve verhalen van Arman en Jeroen. Misschien is je vijftigste wel een goed moment om te stoppen met alle opsmuk, met het zijn op plekken waar je niet wil zijn. Misschien is het leven wel niet moeilijker dan een klein zonnetje, een mooie tuinkachel met wat stukjes hout, leuke mensen om je heen, flauwe grappen, twee vrolijke voetbalcommentatoren en een Kippiepan.
Als ik de fietsenstalling van Leiden Centraal binnen fiets, zit de wedstrijd erop. Zou het raar zijn als ik even een vuistje in de lucht steek? Toch maar gedaan.
