Soms ben ik even Wout Weghorst. Niet omdat ik goed kan koppen of brul na een goal, maar dat fanatieke randje hebben we allemaal wel eens. Dat gevoel dat je móet duwen, trekken, drammen om iets voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld als er een belgast was die eigenlijk had toegezegd voor FC Mediacircus, maar zich dan ineens Mart Smeets waant en laat weten dat we haar manager moeten bellen. Of die gewoon zegt dat hij niet meedoet….
Dan app ik Jos: “Wat een eikel. Die gast gaan we echt NOOOIT meer vragen.” Jos moet dan altijd lachen. En ik snap ook wel dat ik dan even de Wout in mezelf oproep. De man die tijdens een trainingsweek al op dag één bij Koeman staat te leuren of hij alsjeblieft mag spelen. Die blijft doordrammen om dat voor elkaar te krijgen tot Koeman zegt: “Houd anders even je bek, Wout.” Heerlijk, maar ook een beetje vermoeiend.
Toch snap ik hem. Er zijn momenten in het leven dat je de innerlijke Wout moet oproepen. Na mijn ontslag bij mijn eerste en laatste echte werkgever bijvoorbeeld. De baas stond toen op de stoep van m’n flatje in Voorburg – op de dag voor Koninginnedag, ik weet het nog precies – om me te vertellen dat het klaar was. De man had gelijk gewoon, maar vanaf dat moment besloot ik: nooit meer voor een baas werken. En tijdens het bellen met FD, Helden of een vaag vakblad voor een klus, dacht ik altijd even aan dat moment op de stoep. Dan kwam de Wout weer even boven en belde ik met plezier.
Maar – en dit is het levenslesje van vandaag – je kunt niet de hele dag in de Wout-stand staan. Dat is vermoeiend. Voor jezelf én voor de mensen om je heen. Je vrouw. Je kinderen. Je collega’s. Mensen die even niet zitten te wachten op een oerkreet in de groepsapp omdat de spreker voor de volgende podcast niet terugbelt.
Ik hoorde dit weekend drie Wout-verhalen en toen dacht ik: nu is het ook wel even klaar. Koeman die hem moet afremmen. Hugo Borst die hem backstage als hork omschrijft. En dat huilie-huilie-verhaal over de camera’s die hem altijd ‘zoeken’. Tja Wout, welkom in de grote mensenwereld. Daar zoekt iedereen wel eens wat. Soms rust. Soms erkenning. Soms gewoon een beetje waardering.
Er is niks mis met woede als motor, maar je moet wel kunnen schakelen. En schakelen moet je, zeker als je ouder wordt. Want uiteindelijk wil je niet de hele dag lopen brullen. Je wil ook gewoon een beetje aardig zijn. Voor jezelf. Voor de mensen die belangrijk zijn. En ja, dat lukt makkelijker meer wat meer ervaring. Maar toch: soms is het goed om even op zoek te gaan naar die knop. De Wouter-weghorst-naar-standje-mens-knop. Bestaat echt. Even zoeken.
