LinkedIn is natuurlijk een goed medium. In principe. Je leert er soms echt wat. Mensen delen verhalen, inzichten, successen, mislukkingen. En als dat dan ook nog een beetje persoonlijk is, dan kan dat zomaar iets moois opleveren. Nieuwe connecties. Een idee. Of gewoon een glimlach.
Maar goed, het blijft LinkedIn. Het is een plek waar je je zakelijke ik presenteert, in de hoop op likes, klanten of een klopje op de digitale schouder. En dat maakt het soms ook een beetje ongemakkelijk. Want zodra het over jezelf gaat én je wil er iets aan verdienen, dan wordt het linke soep.
Ik zag laatst zo’n post van een voormalige mediabaas. Iemand die het allemaal had meegemaakt. De grote verhalen. De deals. De borrels. Die man ging nu anderen helpen. Via een cursus. Niet zomaar een cursus natuurlijk. Nee, eentje die jou toegang gaf tot zijn briljante netwerk en zijn rijke ervaring. Kostte waarschijnlijk een smak geld, maar hé: dan kreeg je ook wat. Voor de details kon je terecht op reservejezus.nl.
En toen dacht ik: was hier niet een simpele test voor? Juist. De Wat zou Leo ervan vinden-test.
Leo Beenhakker. Trainer, voetbalwijsgeer, man van de nuance. Voor je iets op LinkedIn zet, stel je je even voor dat je bij Leo binnenloopt in zijn werkkamer in De Kuip. Je leest je post aan een imaginaire Leo voor. En dan wacht je.
Jammer dat Leo is uitgezucht. In dit geval zou Leo dat doen. ‘Ga even zitten, lieve jongen,’ zou hij zeggen. ‘Ken je nog dat vrolijke ventje uit Zuid-Afrika? Die man die twintig jaar in de gevangenis zat en daarna zijn land hielp om een racistische nachtmerrie te beëindigen? Als die een stukje op LinkedIn had gezet, dan had ik gezegd: “prima, jongen.” Maar wat heb jij eigenlijk gedaan?’
Dan wordt het stil. De mediabaas denkt na. ‘Ik heb een kanaal bedacht met video’s van voetballers die hun veters strikken, FIFA spelen en van een boot duiken.’ Leo knikt. ‘Knap hoor. Maar geen reden om jezelf heilig te verklaren.’
En dan gebeurt er iets. Die man zou opnieuw beginnen. Met een ander verhaal. Iets bescheidens. Iets echts. Hij zou vertellen dat hij zijn kennis wil doorgeven. Aan jongeren op het MBO bijvoorbeeld. Dat hij mensen uit oorlogsgebieden helpt aan een baan in Nederland. Dat hij iets wil doen wat ergens op slaat. Dat hij niet alleen wil halen, maar ook wil geven. Want dat is wat de wet van Leo doet. Het haalt het opgeblazene uit je post. Het prikt je ballonnetje door. En wat overblijft is hopelijk iets dat raakt. Iets dat klopt. Iets waarvoor je je niet hoeft te schamen als Leo het leest.

Dus voordat je weer een ronkend verhaal over jezelf de wereld inslingert, stel jezelf even die ene simpele vraag: wat had Leo ervan gevonden?