Er stond een aardig stuk van Paul Onkenhout in de Volkskrant. Hij lijkt zich te ergeren aan het feit dat er steeds meer ‘contentmakers’ plaatsmaken voor journalisten in de sportmediawereld. Feitelijk klopt zijn analyse natuurlijk: terwijl de redacties van kranten krimpen, worden de media-afdelingen van clubs groter: fans moeten bediend worden met video’s, verhalen en podcasts over hun club.
Zijn analyse is logisch natuurlijk aangezien hij bang is dat er te weinig mensen zijn die clubs kritisch benaderen, maar het is wel strijden tegen het groeien van gras, de grote hoeveelheid tokkies op de kermis en stinkende kroegen als je het roken weer toestaat. Er zijn twee basale redenen die ervoor zorgen dat er meer contentmakers zijn dan journalisten:
1. Vraag en aanbod
Het is een feit dat er meer vraag is naar verhalen voor fans dan naar kritische journalistieke stukken, dat is gewoon een simpele economische wet: de markt voor het eerste is simpelweg groter. Alleen Ajax zou ongeveer 4 miljoen sympathisanten hebben en dat is slechts één van de profclubs. Die aantallen liggen natuurlijk veel lager als je onderzoekt hoeveel mensen houden van het kritisch volgen van het voetbal.
2. De kern van het businessmodel
Als er zoveel fans zijn van clubs dan zou je kunnen zeggen: zet daar onafhankelijke journalisten neer die de club volgen. Maar ja, zo werkt het niet natuurlijk. De motor van het businessmodel van het video’s, magazines en podcasts maken door clubs is namelijk het bieden van een kijkje achter de schermen, je moet iets anders doen dan de kranten. Mensen willen die verhalen zien als fan en geen kritisch zelfonderzoek naar de mislukte aankopen.
Als podcast van de antwoorden zouden we graag in alle nederi… (tuurlijk niet, we zijn fucking Wieffer niet), de door ons bewonderde, Onkenhout willen vragen om iets verder te denken dan het stukje lang is. Als je je ergert aan de grote hoeveelheid contentmakers en mindere aantallen kritische journalisten dan moet je ook aan de bak om het te veranderen. Het is niet makkelijk om de mensen bloemkolen te verkopen als ze spruitjes willen, maar zeker niet onmogelijk. Hoe lanceer je een medium voor spruitjes ofwel een titel waar je de sportliefhebbers bedient en niet de fans?
1.Een nieuw haakje
Als eerste moet je dan een nieuw haakje lanceren dat jouw verhalen als medium kenmerkt. Dat zou dan het tegenovergestelde worden van Helden Magazine waar ze de sporters vereren, maar bijvoorbeeld: de echte verhalen in de sport.
2.Een logisch verdienmodel
Dan moet je een logisch verdienmodel optuigen en dan lijkt een abonnementenmodel de meest logische variant. Sponsors zullen altijd gaan voor de grote massa – de fanverhalen – dus je moet de lezers zelf laten betalen voor de verhalen.
3.Clubwatchers
Voor mensen die een beetje moe worden van al die blije coaches achter een bureau of jonge voetballers op romantische betonnen pleintjes kun je wel iets betekenen. Zorg dat je bovenop de grote dossiers zit zoals F1, Ajax, Oranje, commercie, doping, schaatsen en wat Olympische sporters.
4.Wees zuinig
Hou goed het bierviltje in de gaten en let dus goed op de kosten in het begin! Als je ongeveer vijf euro per maand vraagt voor kwaliteitssportjournalistiek dan kun je, met een beetje zuinig doen, per duizend abonnees een journalist aannemen. In dat geval heb je immers ongeveer 60 K binnen en daar zou je hem of haar van kunnen betalen (los van huur en ander gedoe, maar dat is in toom te houden). Misschien kun je nog wel ergers een subsidiepotje vinden aangezien die content zeker een maatschappelijke functie heeft (ik geloof in het eigen initiatief, maar ook in het ondersteunen van belangrijke dingen in het leven waar geen markt voor is).
Conclusie
‘Maar Bas,’ hoor ik jullie denken. ‘Dat is toch het model van De Correspondent of The Athletic?’. Zeker, maar het domste wat je kan gaan doen in de sportmedia is dan ook om iets nieuws te gaan doen. Ga gewoon even langs in de VS en in Amsterdam om te vragen hoe ze dat aanpakten.