Wij overwegen echt om Dirk Kuijt even te bellen om een afspraak te maken want het blijft maar elke keer misgaan natuurlijk. Wat gebeurde er nu weer bij die interviews bij zijn presentatie bij Beerschot als trainer?
De quotes bij ESPN waren vrij saai en serieus. ‘Ik wil er hier iets van maken’, maar in het AD ging het weer mis. ‘Bij ADO ben ik keihard neergeslagen maar ik ben wel weer opgestaan. Vandaar dat ik nu mijn volgende gevecht aangaat.’ Het grote probleem aan de media-optredens is dat er geen verband is met de werkelijkheid. Als Dirk een microfoon of een camera ziet dan denkt hij: nu moet ik een gek hoedje opzetten en mijn teksten eruit gooien. Over Mart Smeets zei Kees Jansma ooit: ‘ik noemde hem altijd Jack Nicholson’ en zo is het ook met Kuijt. Hij denkt dat hij een versie van Dirk Kuijt moet neerzetten, maar dat is echt een grote denkfout.
Het grote probleem is dat zo’n act alleen werkt als je echt van de categorie Ramsey Nasr of Jeroen Spitzenbergen bent, dan kan je met een gek hoedje bij Eva, Matthijs en zeker bij de matige Renze een heel eind komen. Maar als je zo raar blijft doen in de media dan kan dat hele negatieve gevolgen hebben:
1. Jouw spelers geloven je niet
Als je als voetballer op een gewone dinsdagmorgen op het veld staat met de trainer Dirk Kuijt dan wil je daar met een echt mens staan. Als hij steeds bij elke oefening over ‘bloed aan de paal’ begint dan heb je daar niets aan als speler. Laat hem liever gewoon vertellen hoe je die bal een beetje aardig van achteruit naar de juiste kleur schiet en het komt goed. Wij hadden ooit een trainer die zei alleen maar ‘we gaan hier niet de bietenbrug op als SVLV’ en die quoten we nog steeds in de kroeg. En niet als inspiratiebron….
2. Journalisten gaan zelf iets bedenken
Het is natuurlijk geen pretje om Beerschot of ADO Den Haag te volgen als journalist. Je zit in het begin van jouw loopbaan of bent gewoon niet het scherpste mes van de lade. Als HBO’r begin je je natuurlijk al snel te ergeren aan die slappe Katwijkse Christelijke 2 Mavo-teksten vol jargon in de categorie ‘stinkende best doen’, ‘de vis wordt duur betaald’ en ander gedoe. Na twee weken ga je dan als journalist zelf maar wat stukjes schrijven en dan raak je de regie natuurlijk kwijt als trainer.
3. Het publiek neemt je niet serieus
Wij als voetbalvolgers hebben weten zo’n beetje wat we wél en niet aankunnen en qua media. Interviews met spelers zijn meestal niet te doen (minus Lang, Hartman, Wieffertje, Veerman, Berghuis en Brobbey), maar die met coaches gaan nog wel zo lang ze niet de wijsneus gaan uithangen. Dirk Kuijt combineert het nietszeggende van een speler met het dominee-achtige van een trainer en dan wordt het echt vervelend. Alsof Ruud van Big Brother uitlegt wat er moet gebeuren in het post- Rutte tijdperk.
Maar goed, de podcast van de antwoorden heeft een simpele remedie. Die slappe teksten hebben namelijk alles te maken met een soort PVV-achtig wantrouwen tegen media en van die Jensen doctrine moet je snel af. Het wordt tijd voor wat vertrouwen in de pers dus als we nu de opdracht geven om iemand uit de media in vertrouwen te nemen, laten we zeggen: Freek Jansen van VI en Hans Kraaij van ESPN. Dirk moet namelijk tegen journalisten gaan praten zoals hij doet tegen zijn vrienden. Dus we willen niets meer over ‘maximale inzet’ of ‘zo ging dat bij Van Gaal’, maar normale mensenteksten als ‘ze kan goed parkeren voor een wijf’, ‘die kan nog geen kinderwagen voorbij’ en ‘hij is zó tokkie dat rechtdoor lopen al lastig is’. Beter worden in de media is gewoon een kwestie van een paar basisprincipes en veel oefenen in normaal doen en dan komt het goed.